Dit plastic roerstaafje blijft voor de rest van zijn leven een plastic roerstaafje, dat is het enige wat hij kan. Dat is eigenlijk het probleem met alle materialen zoals we die nu kunnen maken: die zijn heel goed in één ding, maar zodra het kapot gaat of je hebt het niet meer nodig gooi je het weg.
Terwijl als je kijkt naar de levende natuur om je heen dan zie je dat het ook anders kan. De natuur is volledig opgebouwd uit materialen die voelen wat er in de omgeving aan de hand is, en zich dan daaraan aan kunnen passen. Bijvoorbeeld bomen die blaadjes uitgroeien als het weer voorjaar wordt, of schimmels die draden kunnen groeien in een bepaalde richting om daar voedsel op te halen.
En het interessante is dat al dat gedrag, dat is allemaal geprogrammeerd in de chemie, in de moleculen waarop leven is opgebouwd. Wat wij nu willen is dit soort processen nabouwen. En niet om een complete boom te maken of een schimmel, maar om te kijken of we de slimme oplossingen in de natuur, of we die kunnen inbouwen in synthetische materialen.
En daarmee hopen we materialen te maken die op een veel slimmere manier kunnen verwerken wat er in hun omgeving gebeurt, signalen, en dat als een soort van computerprogramma om kan zetten in beslissingen wat het materiaal moet gaan doen. Net als in leven gebeurt dus. En ik ben ervan overtuigd dat deze aanpak gaat leiden tot een veel duurzamer en slimmer gebruik van grondstoffen.