In het dagelijks leven wordt u geconfronteerd met motors. In uw auto, in de machines…Ons lichaam zit ook vol met motortjes. Piepkleine motortjes die ervoor zorgen dat we onze armen kunnen bewegen, dat we kunnen praten, dat onze cellen kunnen delen. Wat wij gedaan hebben, is een motortje gebouwd op nanoschaal: een miljardste meter groot. U moet zich dan voorstellen - onder invloed van zonlicht, dat is de energie, de brandstof, draait zo’n motortje rond. En wat kun je nou met zo’n motortje? Je zou het op een oppervlak kunnen zetten en een heleboel van die motortjes samen kunnen dan een oppervlak maken dat beweegt. Denk aan een raam dat zichzelf schoonmaakt. Of je auto die zichzelf schoonmaakt. Of een kras die zichzelf repareert. We hebben ook een nano-autootje gebouwd. Twee miljardste meter groot. Wat willen we daarmee? We willen aantonen dat we iets kunnen laten bewegen, iets kunnen transporteren op de nanoschaal. Een beetje zoals dat in ons lichaam gebeurt in de levende cel. Onze toekomstdroom is kleine robotjes die misschien door je lichaam wandelen om een geneesmiddel af te leveren op een hele specifieke plaats. Science fiction wordt werkelijkheid.