Anika Nagelkerke
Kun je me iets meer vertellen over het systeem dat je maakt?
Het simpelste systeem dat we hebben is een ‘kamertje’ met een klein kanaaltje erin en eruit waar je vloeistoffen doorheen kunt sturen. We zijn bezig dit systeem complexer te maken. Als je namelijk vloeistof door het simpele systeem laat stromen, dan worden de cellen in het kamertje rechtstreeks daaraan blootgesteld. In je lichaam komt zo’n directe blootstelling eigenlijk bijna niet voor, de cellen in je bloedvaten uitgezonderd. Daarom zijn we nu bezig om een scheiding te maken tussen de vloeistofstroom en de cellen. Zo lijken de omstandigheden in ons systeem nog meer op het echte lichaam.
Wat zijn moeilijkheden die je in je onderzoek tegenkomt?
Vloeistoffen gedragen zich heel anders op een kleine schaal. Hoe de stoffenstroom precies door de kleine kanaaltjes van onze chip beweegt, is niet te vergelijken met macroschaal. Dat proberen we dus ook mee te nemen in ons onderzoek. Een andere uitdaging is de vergelijking van de systemen die we maken met het menselijk lichaam. Hoe goed bootsen we dit na, wat moet beter, wat is voldoende?
Wat zou je graag willen bereiken met je onderzoek?
Uiteindelijk zou ik graag een zo relevant mogelijk systeem maken dat zoveel mogelijk op een deel van ons lichaam lijkt. Daarin zit een technologische component, maar ook een biologische. Cellen in het menselijk lichaam maken lokaal met elkaar een micro-milieu. Dat zie je bijvoorbeeld goed in tumoren: middenin zo’n tumor zitten cellen waar weinig nutriënten kunnen komen, maar die toch overleven. Dat heeft gevolgen voor hoe goed een medicijn op die plek kan werken. Daarom zou ik graag onze chip helemaal ‘tunable’ willen maken om voor verschillende van die micro-milieus onderzoek te kunnen doen.
Waarom noem je jullie systeem eigenlijk een chip?
Het is een soort computerchip. De fabricagemethode is afgekeken van normale computerchips, behalve dat wij er een vloeistof in doen – bij chips voor in je laptop gebeurt dat natuurlijk niet. Doordat het een chip is kunnen we het aansluiten op een microscoop en goed volgen wat er gebeurt. Daarnaast kunnen we precies meten welke stoffen de cellen in onze chip uitscheiden.
Betekent de ontwikkeling van dit systeem ook dat je minder medicijnen hoeft te testen op dieren?
Dat is wel de bedoeling, want diermodellen zijn vaak niet goed voorspellend voor de mens. De moeilijkheid hier is echter dat de regelgeving gericht is op data uit diermodellen. Als je een nieuw medicijn ontwikkelt, heb je die data nodig om naar een klinische trial te mogen. Die regelgeving zou dus eerst moeten worden aangepast voor ons systeem dierproeven kan vervangen, dus het zal nog wel een tijd duren voor het zover is.